20 mei 2012

Perswijn Zomerproeverij 2012

Het was behoorlijk druk op deze 20 mei, die begon met een waterig zonnetje maar die uitmondde in een zonovergoten dag. Het weer paste zich aan het thema aan. Leuke opzet waren de vier verschillende sub-thema's van deze zomerproeverij: 'cool rouge', oftewel gekoeld rood, 'zomers mousserend', bubbels tot 15 euro, 'spelen met temperatuur', een workshop waar werd getoond hoe je bijvoorbeeld dezelfde wijn met twee graden temperatuurverschil compleet anders beleeft en last but not least: 'rare druiven, rare streken'. In plaats van nu eens zoveel mogelijk te proeven besloot ik me tot dat laatste thema te beperken, wat toevalligerwijs ook nog eens een favoriet onderwerp van me is: rare druiven. Maar wat zijn rare druiven eigenlijk? Ze lijken allemaal op elkaar, ze zijn niet anders van kleur, vorm of primaire smaak. Het Engelstalige 'rare' betekent 'zeldzaam', maar iets is pas zeldzaam als de vraag groter is dan het aanbod. Misschien zou 'aparte druiven' een betere omschrijving zijn geweest. Hoe dan ook, er waren maar weinig tafels waar men niet tenminste één wijn van een aparte druif had meegebracht, en dan heb ik het puur en alleen over de mono-cépage wijnen.


Bij Les Généreux proefde ik de Domaine Tenareze Sélection 2011 van de gros manseng druif. In een Jurançon wijn had ik deze wel eens geproefd maar die was zoet, terwijl deze droog gevinifieerd was. Strak, hoge zuren, een klein tinteltje, mondvullend; ik gaf hem twee kruisjes. Eén kruisje betekent: geproefd, twee kruisjes betekent: geproefd en uitzonderlijk lekker bevonden. De regent had ik al eens geproefd maar nu eentje van de Verenigde Achterhoekse Wijnbouwers. Achterhoeks Goud op Hout Regent 2008 was fruitig, zacht mondgevoel maar vrij hoge zuren en drogende tannines. Achterhoeks Goud op Hout Solaris werd overheerst door de houtopvoeding en een bitter. Beter zou het zijn om deze flink klotsend in een karaf over te schenken alvorens te drinken. Riesling is niet apart, maar riesling uit Nieuw Zeeland had ik nog nooit op. Van Villa Maria proefde ik de Private Bin 2011. Behoorlijk a-typisch wanneer je Duitse riesling gewend bent.

Minder zoet, veel voller van smaak, wel de karakteristieke hoge zuren gelukkig. Van het huis Bellingham proefde ik de Bernard Whole Bunch Roussanne. Ik heb hierover verder niet doorgevraagd maar ik vermoed dat 'Whole Bunch' staat voor 'hele trossen', niet ontsteeld dus. Het kan ook slaan op de rijkheid van de wijn. Hij is behoorlijk mondvullend, alcoholisch, vrij laag in de zuren met een lange afdronk. Van Lungarotti proefde ik de Sagrantino di Montefalco 2007 waarbij het druivenras de sagrantino is. Ook die had ik al eens in zoete vorm op maar nog nooit droog. Een vrij stevige wijn waarbij de tannines pas laat komen aanvallen, qua karakteristieken een beetje lijkend op cabernet sauvignon, de smaak van pure chocola, een stevige jongen. Bij De Geluksdruif geen 'rare druiven' maar hier moet ik altijd iets proeven. Ik heb het al eens eerder geschreven: Olivier Schutte heeft een neus voor mooie wijnen. Vandaag had hij een assortiment wijnen bij zich van René Muré uit de Elzas. Ik proefde de Muscat Signature 2009. Strakke zuren, verfrissend, smaken van peer, appel, meloen, munt, drop en toch droog, nauwelijks een zoetje. Ook deze kreeg twee kruisjes van me. Bij Old Reuchlin & Boelen proefde ik de Arinto druif uit Portugal en de Tarrango druif uit Australië, waarbij die tarrango van Brown Brothers wel erg veel overeenkomsten vertoonde met een jonge AOC Beaujolais. Bij Abbema Wines wederom twee kruisjes en wel voor de Lentsch Goldmuskateller Alto Adige 2010. Mooie zoete neus, aroma van de muscat druif, klein zoetje, wel droog, hoge zuren, lange afdronk. Erg mooi. Bij Wijn Verlinden proefde ik de petit manseng en de petit verdot. De petit verdot was nog iets te jong, 2009, en zal beter worden met enige jaren opleg. De petit manseng van Casale del Giglio was nu al mooi, aroma van steenfruit, licht zoetje maar toch droog, lage zuren, filmend. Buiten de kaart om proefde ik hier ook nog de 2010 editie van de Côte-de-Brouilly, 'Les Sept Vignes' van Château Thivin. Jawel, diegene waar ik eerder al de 2007 editie van heb besproken. De 2010 is nog erg jong: peperkoek, speculaas, framboos. Lekker laten liggen nog. Hierna even wat bubbels. Ook hier geen rare druiven, maar een sprankelwijn van sauvignon blanc of syrah zie je toch niet vaak. Paul de Coste maakt ze en met name die sauvignon blanc eigenschappen zijn erg verrassend met een bubbel. Bij Vindict proefde ik de brachetto van Bersano Castelgaro, slechts 5,5% alcohol, rood mousserend, lichtzoet, smaak van peer. Lekker verfrissend.

Bij David Bolomey proefde ik een wijn met 80% pinot meunier, een druif die normaal gesproken als aanvulling geldt bij Champagne waarbij de chardonnay en de pinot noir de hoofddruiven genoemd mogen worden. Ook een wijn van groslot of grolleau proefde ik hier. Het aroma van Velpon viel me in eerste instantie sterk op. Verder nog twee mousserende wijnen, één van chenin blanc en de ander van cabernet franc. Die laatste kreeg twee kruisjes van me. Redelijk aan de zoete kant, maar wel vol van smaak en zeker gastronomisch inzetbaar. Kan ook niet anders als hij geschonken wordt in De Librije. Bij de laatste tafel die ik bezocht stond mijn dessert al klaar. Dat wil zeggen, eerst nog een droge wijn van de cabernet blanc van Weingut Anselmann. Geur en smaak van asperges, hoge zuren, filmend, een aangenaam glas. Maar ik kwam hier voor de Eiswein. Allereerst de riesling. Zeer typisch: ananas, honing, zoetje, hoge zuren, zeer mooi in balans allemaal. Maar m'n twee kruisjes gingen naar de Cabernet Sauvignon Rosé Eiswein. Vol in de neus, maïs, asperges, mooi zoet met nog hogere zuren dan de riesling. Een heel prettige afsluiter. Tevens stond er nog een tafel met heerlijke bonbons en ook een kraampje met kazen van Reypenaer. De kazen met truffel liepen daar erg hard. Gelukkig kon ik nog net de laatste bemachtigen.