In 2011 was ik hier ook al geweest, ik dacht dat ik ze gewoonweg gemist had in de tussenliggende jaren maar vandaag, anno 2014, organiseerde Delta Wines in samenwerking met DGS Wijnkopers, Coenecoop Wine Traders, Pallas Wines en Global Wine Operations pas de volgende editie van de Wereldse Wijndagen. Maar liefst 120 producenten uit 15 verschillende landen met in totaal meer dan 1000 wijnen te proeven! Dan moet je keuzes maken. Ik had twee dagen kunnen gaan maar maandag was voor mij weer een gewone werkdag dus die viel af. Dan was er op de zondag ook nog eens een Formule 1 race die ik graag wilde zien dus ga ik daarvoor of erna? Ik besloot vroeg te gaan en maar twee uurtjes te blijven, veel te kort om een goede indruk te krijgen van al het moois dat er te proeven viel. Bij binnenkomst kreeg je het inmiddels befaamde dikke 'proefboek' overhandigd waarin alle producenten en de te proeven wijnen vermeld stonden. Enorm goed gevonden: het paginanummer correspondeerde met het tafelnummer. Geen heen-en-weer geblader dus vanuit een gealfabetiseerde index; een handige tip voor proeverij-organiserend Nederland, doe er je voordeel mee.
Een keuze had ik snel gemaakt: ik zou alleen rood gaan proeven vandaag. Eerst Frankrijk. Bij Blasons de Bourgogne een Nuits-Saint-Georges 2008, aardbei, aards, truffel... typisch Bourgogne pinot noir. Bij Domaine de la Combe m'n favoriete Cru du Beaujolais: Côte de Brouilly. Ik heb in m'n eigen kelder nog een 2009 van Jacky Piret liggen, aangezien hij zelf 'officieus gepensioneerd' is, staat nu de naam van madame Frédérique Piret op het etiket en ze stond zelf nog achter de tafel ook. Mooi gedoseerd hout, flinke tannines, vol, rijp, zwart fruit, ik heb het over de wijn. Een ware krachtpatser. Laat die nouveau of primeur maar gewoon links liggen dit jaar, de cru's... dat zijn pas de echte Beaujolais. Bij Boutinot proefde ik 'Les Six', een Côtes du Rhône Villages waarin alle zes voor de AOP toegestane druivenrassen zitten: grenache, syrah, mourvèdre, carignan, counoise en terret noir. Een biologische wijn, tien maanden houtopvoeding, erg rond, fruitig, zacht, elegant, puur. Bij Domaine Bassac proefde ik de Nostalgia, 100% grenache noir, erg fris, hoge zuren, zuiver. Ik kom ze vaak wat logger tegen, deze wijn is een mooie uitzondering. Tevens proefde ik hier de Le Manpòt, cabernet sauvignon (12 maanden hout), merlot en syrah. Hoge zuren, bittertje, chocola, aards, animaal, koffie, volle afdronk. Erg lekker.
Op naar Spanje. Bij Bodegas Alconde schonk Marcos mij de Viña Sardasol Reserva 2007 in. Tempranillo, merlot, cabernet sauvignon, 18 maanden hout. Frisse neus, een 'open' wijn, niet log maar elegant, volle smaak en een lange afdronk. Bij Alejandro van Bodegas Castaño bleef ik wat langer genieten. De slogan van deze producent spreekt mij enorm aan: the art of monastrell. Wat je allemaal wel niet met deze prachtige druif kunt maken. Na pinot noir toch wel mijn favoriet en voor wie het nog niet wist: monastrell noemen ze mourvèdre in Frankrijk. Groots op het etiket: GSM. Dat betekent maar één ding, of eigenlijk drie dingen: garnacha, syrah, monastrell. Een veel voorkomende Rhône-blend, nu één uit Yecla, Spanje. Rond, kruidig, kers en weer het bekende riedeltje: verre van log zelfs al is het alcoholpercentage 14%. Al eerder beschreef ik op Wijn-Blog een monastrell monocépage van dit huis, op de Wereldse Wijndagen kon ik de Hécula 2012 proeven. Wederom geen teleurstelling. Zoetje, mooie tannines, bitters, zuren, heel rond, smaakvol, goede balans.
Een stapje opzij naar Portugal, het befaamde huis Esporão. De Private Selection Tinto 2011. Een hedonistisch aroma! Ik wil bijna m'n neus niet meer uit het glas halen, bang dat de smaak niet aan de gewekte verwachting zal voldoen. Een enorme smaakintensiteit, mooie zuren, rijpe tannines, complex, hout, koffie, leer, kers... niet noodzakelijk in die volgorde. "Almost a crime to sell this publicly" complimenteerde ik de twee mannen achter de tafel. Ze waren verrukt... ik niet minder. Snel nu naar Australië alwaar wijnmaker Chester Osborne van d'Arenberg zijn eigen waar staat aan te prijzen met veel flair en imposante verhalen. Hier proef ik The Laughing Magpie 2009 en krijg gelijk een knuffelbeest tegen m'n oor geduwd waaruit het schalks gelach klinkt van de vogel in kwestie, hier ekster geheten. De kleur van de ekster, zwart en wit, noir et blanc, syrah en viognier. Een vreemde wijn. Zuur in de neus, zuur in de mond maar niet zuur-zuur. Moeilijk te omschrijven, als het een geluid zou zijn zou het hoog klinken. In de aanzet een zoetje, zure kersen, enorm hoge smaakintensiteit, mooi hout, zachte tannines, geen allemansvriend. Heel anders is The Dead Arm Shiraz 2010, genoemd naar een schimmel in de wijngaard die voor afstervende stokken zorgt. Een stalletje in de neus, altijd goed, ook weer een hoge smaakintensiteit en een lange afdronk.
Ex-collega Dirk wees me drie jaar geleden al eens op het wijnhuis Finca Flichman uit Argentinië, toen kwam ik er niet aan toe, nu wel. Ik begin met de Reserva Shiraz 2012. Pepertje, fris, rond, verrassende en lekkere afdronk. Door met de Gestos 2013, een blend van malbec en... malbec... hûh??! Het etiket verklaart het: malbec van wijngaarden op 700 meter hoogte en malbec van wijngaarden op 1100 meter hoogte. Het zorgt voor evenwicht en frisheid in de wijn. De Paisaje de Tupungato 2011 met maar liefst 14,5% alcohol. Een zoetje, kers, heel rond, voldoende zuren, hoge smaakintensiteit, een mooi glas. Dan de Paisaje de Barrancas 2010, stijlvol, smaakvol. Ik eindig bij deze stand met de Dedicado 2010, zoete kers, chocola, intense smaken. Finca Flichman zorgt er goed voor dat de wijnen pas op de markt komen wanneer ze op dronk zijn en naar volle tevredenheid van de wijnmaker. Dat proefde ik wel terug, geen echte bewaarwijnen voor de lange termijn, goed op dronk. Zuid-Afrika was het laatste land dat ik vandaag bezocht. Bergsig Estate om precies te zijn. Natuurlijk moet ik dan even proeven wat zij met de pinotage kunnen. Dat zat wel snor, geen rubber of andere geurtjes en smaakjes die wel eens met pinotage geassocieerd worden. Een hele zuivere en slanke wijn, tegelijkertijd krachtig en breed, mooi gemaakt. Het vlaggenschip van Bergsig is de Icarus, een blend van cabernet sauvignon en touriga nacional. Minizoetje, hoge zuren, kers, elegant, op het mid-palet blijft-ie wat achter maar komt de afdronk, komt de smaak. Geen wijn om lang je mond mee te spoelen dus, doorslikken dat spul! Da's de beste manier om ervan te genieten.
Genoten had ik, ondanks dat ik er maar twee uurtjes was. Groots opgezette proeverij, diversiteit, verzorgde hapjes, goed georganiseerd, van parkeerhulpen tot en met pendelbusjes van en naar het station. Klik HIER voor een beknopte foto-impressie op m'n FaceBook-pagina. Moet ik nu echt weer drie jaar wachten op de volgende editie?