Wat is rosé eigenlijk? De naam rosé is uiteraard een afgeleide van de kleur van de wijn. Hij is niet wit, hij is niet rood, het zit er tussenin. Net zoals je geen rode wijn kunt maken van witte druiven, er zit immers geen kleurstof in de schilletjes, zo is dat met rosé niet anders. Het wordt gemaakt van rode druiven, eigenlijk heten die blauwe druiven, of een mix van rode én witte druiven. Wanneer je rode en witte druiven tegelijkertijd laat vergisten krijg je ook rosé. Wat niet is toegestaan echter is het mengen van rode met witte wijn. De enige regio waar dit wél mag is Champagne, zoals zo vaak bevestigt de uitzondering de regel. Ik weet eigenlijk niet wie er verantwoordelijk is voor de controle en naleving van die regel want het lijkt mij vrij moeilijk om te kunnen constateren of rosé op een dergelijke frauduleuze manier is vervaardigd. Ik zie ook geen enkele reden om het te verbieden. Wanneer men het vrij zou laten denk ik dat er veel meer geëxperimenteerd zou worden wat weer zou leiden tot een veel groter aanbod van mooie rosé-wijnen.
Op dit moment zijn er eigenlijk twee manieren van rosé-bereiding: rosé als hoofdproduct en rosé als bijproduct. De vervaardiging van rosé als bijproduct wordt het meest gehanteerd. Op z'n mooi Frans heet dit de 'saignée-methode'. Letterlijk: laten bloeden. Rode druiven worden vergist en al na korte tijd wordt het sap afgetapt. Omdat de schillen nog maar kort hebben kunnen inweken is de kleur nog licht. Dit opgevangen sap fermenteert verder maar omdat er nu geen contact meer is met de schillen zal de kleur licht blijven. De originele most fermenteert ook gewoon verder en wordt nu zelfs meer geconcentreerd. Gevolg: de rode wijn, het hoofdproduct dus, wordt dieper van kleur en intenser van smaak. Het mes snijdt aan beide kanten.
Er zijn echter ook producenten voor wie rosé het hoofdproduct of zelfs de belangrijkste bron van inkomsten is. Om maar te zwijgen over de hele Provence waar zo'n beetje iedereen in wijnland afhankelijk is van dit pastellerig zalmgekleurd druivensapje. Die typische lichte kleur is nauw verbonden met deze streek, de Provencalen hebben het 'uitgevonden' maar inmiddels is het doorgedrongen tot in meerdere regio's en landen. Niet in Spanje echter. Daar moet het rood zijn. Zo rood dat je je afvraagt of je wel een rosé in je glas hebt. Vergis je niet: de intensiteit van de kleur zegt helemaal niets over de smaakintensiteit. Een hele lichte tint kan garant staan voor de mooiste gastronomische rosé terwijl een bijna rode kleur wegklokt als ware het frambozen-aanmaaklimonade. Je kunt er geen pijl op trekken en zelf uitproberen is mijn advies. Of gewoon Wijn-Blog blijven lezen want rosé-wijnen zal ik steeds vaker gaan proeven. Zeker wanneer het weer meewerkt. De beroemdste en, algemeen aangenomen, 's werelds beste rosé komt van Château de Selle van Domaine Ott, inderdaad: uit de Provence. Prijzen? Vanaf een eurootje of 24 per fles, lager ben ik nog niet tegengekomen. Ook de AOC's Bandol en Tavel staan bekend om hun kwalitatief goede rosé's.