Castilla y León is een deelstaat in Spanje en in opdracht van de regering van deze deelstaat organiseerde Melman Communications deze proeverij. Ook de ambassadeur van Spanje kwam nog even een kijkje nemen. Het gebied (zie kaartje) is omringd door land, grenst nergens aan zee. De rivier de Duero, de Douro genaamd in Portugal, splitst de deelstaat in een noordelijk en een zuidelijk deel. Veel wijngaarden zijn dan ook in de rivierdalen gelegen, maar ook op hoogtes van 800 meter vind je ze. Koude winters en hete zomers bepalen hier het klimaat. Vijf DO's zijn er hier te vinden: Bierzo, Toro, Rueda, Cigales en Ribera del Duero. Uit die laatste streek komt de beroemde en dure wijn Vega Sicilia.
Het proefboekje was in PDF formaat al te bekijken en wat het meest opviel was het enorme aantal mono-cépage wijnen van de druiven verdejo en tempranillo. Tempranillo heet in de DO Toro "tinta de toro". Het merendeel van de wijnen kwam uit de DO's Rueda en Ribera del Duero. Ik begon eerst met een rondje voor mij nog onbekende druivenrassen: godello(w),
mencia(r) en prieto picudo(r). Van de prieto picudo had ik werkelijk nog nooit gehoord, van de andere twee wel, maar nog geen wijnen van beschreven op Wijn-Blog. Ik heb ze wel in mijn kelder liggen, dus die komen nog eens aan bod. De Go de Godello van 3V Wines, nog geen eigen website, was erg mooi. Zoete en intens fruitige aroma's, vier maanden houtopvoeding, licht zoetje in de aanzet maar mooi fris en droog gevinifieerd. In totaal stonden er 22 mono-cépage verdejo wijnen en deze proefde ik allemaal. Daarbij waren er producenten die voor houtopvoeding kozen en zonder. Ook qua stijl een tweedeling: fris en strak, of "sur lie" gepaard met "bâttonage". Allemaal heel verschillende stijlen door elkaar proefde ik maar de winnaar van deze ronde voor mij was toch wel de Terroir34 van Vinedos del Soto. De 34 slaat op de internationale code voor Spanje. Mooi om te zien hoe elk proefglas eerst werd omgespoeld waarna gevineerd door de vertegenwoordiger om wiens naam ik helaas niet heb gevraagd.
Dit om ervoor te zorgen dat er geen luchtjes en smaken van wijnen van andere producenten nog aanwezig zouden zijn. Iemand met recht trots op zijn wijnen. Uiteraard was iedereen dat en ik had nog een alleraardigst gesprek met Bert Hazeleger van WijnAnders die al ruim 30 jaar in de wijn zit en datzelfde ook kon beämen. Zoveel mensen, zoveel smaken, wat resulteert in even zovele gepassioneerde vertegenwoordigers van wijnen waarvan zij vinden dat die het lekkerst is. Het blijft allemaal een kwestie van smaak, je eigen smaak wel te verstaan, en dat is tevens het mooie en ongrijpbare ervan. Na dit rondje wit begon ik vol goede moed aan een rondje rood, en dan met name de tempranillo. Maar liefst 103 mono-cépage wijnen van deze druif! Ik bleef steken op slechts
15! M'n zintuigen waren al bijna verdoofd bij de eerste die ik proefde, een mond vol hout en tannines maakte het bijna onmogelijk de subtiliteit en finesse te kunnen waarnemen. Ik besloot bij slechts enkele producenten iets te proeven. Daar zat nog een zoet gevinifieerde rosé tussen en ook een zoete dessertwijn. Van de droge tempranillo's noem ik even in vogelvlucht de Krel 2009 en de Trus 2005 van Bodegas Trus, waarbij de Trus 2005 in volheid excelleerde: kersen, krenten, pruimen;
een bak vol zondoorstoofd fruit. Een paar tafels verder de 7Lunas van Campos Goticos. Ook hier weer die krenten aanwezig, maar ik heb het vaker aan het einde van een proeverij dat ik alleen nog maar de krenten waarneem, dus ik neem mijn eigen proefnotities maar met een korreltje zout op dit punt. Het noemen waard vind ik zeker nog de zoete dessertwijn. Niet alleen omdat deze heerlijk was, maar ook vanwege de naam: "Dolce Far Niente" wat betekent "Het Zalige Nietsdoen", vrij vertaald "de kunst van het nietsdoen". Ben ik heel goed in overigens. De wijn paste er ook helemaal bij: heel elegant subtiel zoet, niet van dat plakkerige stroperige.
De laatste tafel was gereserveerd voor United Wineries. Deze producent is met name bekend van onder meer Berberana (AH) en Lagunilla (C1000), maar ze hebben in Spanje ook een groot aantal wijnhotels, de Haciendas de España. Die brengen dus ook wijnen uit met een eigen label, onder andere Hacienda Abascal en Hacienda Zorita. Verrukt was vertegenwoordiger Rob met het commentaar van een ervaren proever die zijn tempranillo's van Hacienda Abascal uit Ribera del Duero toch wel de mooiste vond. En ik moet zeggen, met verdoofde zintuigen na een halve dag proeven, kon ik er nog zeker wel uithalen dat deze een stuk zachter en vriendelijker waren dan het gros van de rode wijnen van die dag.
Met zwarte tanden en een rauwe tong vertrok ik weer. Volgende week Spanje op de Wijnacademie. Vandaag in ieder geval al veel praktijkervaring opgedaan. 's Avonds zou ik eigenlijk met m'n proefgroep nog een proeverij hebben, maar dat trok ik niet meer.