Het is even geleden dat er hier een zoete wijn besproken werd, om precies te zijn was de laatste op 3 april 2019, ruim een jaar geleden dus. Nochtans heb ik er genoeg in m'n voorraad liggen. Ik heb er niet altijd behoefte aan maar vandaag trek ik er een open, na deze nog negen exemplaren te gaan. Dit is een vin doux naturel, niet te verwarren met een vin naturel. Door het toevoegen van alcohol tijdens de fermentatie wordt deze vroegtijdig gestopt waardoor niet alle suikers zijn omgezet naar alcohol en er restzoet overblijft. Eigenlijk net zoals bij Port met dien verstande dat daarvan het percentage aan alcohol hoger ligt. Bij deze VDN is die blijven steken op 16,5%. Het ouderingsproces is heel interessant. Bij Mas Amiel liggen de wijnen een jaar lang in hele grote bonbonnes, bolle flessen van doorzichtig glas, in de buitenlucht, in de hete zon (zie de foto onder dit stukje). Daarna gaat de wijn een aantal jaar in groot gebruikt hout, in dit geval nog vijf jaar. Een vrij oxidatieve opvoeding dus met als gevolg dat je de wijn lang kunt bewaren. Mind you, ik heb van dit huis er ook nog eentje die maar liefst veertig jaar heeft mogen rusten alvorens op de markt vrijgegeven te worden. Je snapt dat daar dan ook een iets hoger prijskaartje aan hangt. De druivenmix bestaat uit grotendeels garnacha, oftewel grenache noir 90%, dan 5% carignan en ook nog 5% van de witte druif macabeo. Licht nevelig in het glas, getaand zoals een tawny Port. Expressieve neus, vijgen, krenten, gedroogde zwarte pruimen, tutti-frutti, rumrozijnen, karamel, appelstroop. In de mond zoet maar niet plakkerig, er zitten veel zuren in als tegenhanger, alcoholisch uiteraard, lange afdronk. Alle geuren die ik heb beschreven komen terug in de smaak, zo wil ik dat. Dit is wijn om van te nippen, bij te mediteren voor de open haard of een buitenkachel op een lange zwoele zomeravond.