Het etiket vermeldt het gebruik van de traditionele druivenrassen van de Fitou appellation. Dat zegt een leek natuurlijk helemaal niets en ook ik moet hiervoor nog steeds even de boeken induiken. Het gaat dan om de druivenrassen carignan en grenache noir die sinds 1948 zijn toegestaan, het jaartal waar deze oudste AOC voor rode wijn in de Languedoc van dateert. Later werden ook de druivenrassen syrah en mourvèdre toegestaan. Er zijn in totaal 9 gemeenten die tot de appellation Fitou behoren inclusief het gelijknamige dorp zelf. Dit exemplaar komt uit de gemeente La Palme. Alcohol is 13,5% en volgens de regels van de AOC/AOP Fitou heeft de wijn minstens 9 maanden houtopvoeding genoten. In het glas dieprood. Op de stille spiegel een hintje van die houtopvoeding, na het walsen vooral kruidig in de neus. In de mond valt gelijk de sappigheid op, flink hoge zuren en m'n speekselklieren moeten gelijk aan de bak. Smaken van rode bessen, pruimen, bramen, klein hintje koffie en tabak. De wijn is redelijk vol van smaak, de afdronk wat aan de korte kant. Grappig, toen ik deze wijn in Frankrijk op vakantie proefde vond ik er weinig aan, thuis in m'n vertrouwde omgeving, in m'n vertrouwde proefglas is hij opeens een stuk spannender.