Een druilerige dag was het op 25 juni. Terwijl iedereen verlangt naar een straaltje zonneschijn en de zomerwijnen overal worden gepresenteerd, moest ook de workshop van vandaag naar een binnenlocatie uitwijken. De lesstof maakte alles goed, want wanneer het om wijn gaat ben ik heel nieuwsgierig. De theorie van vandaag was gelukkig niet alleen maar een herhaling van wat ik voor SWEN2 allemaal al heb moeten leren, maar ik leerde ook weer wat bij. Het begon eigenlijk gelijk al bij de geschiedenis. De term "gemischter Satz" is er eentje die ik in de theorieboeken van SWEN2 nergens ben tegengekomen. Terwijl dit de oorspronkelijke manier van wijnbouw was in Oostenrijk. Op sommige plekken en door sommige wijnboeren wordt dit nog gehanteerd, maar wel iets meer gecontroleerd dan destijds. Het is het principe van het blenden van druiven, maar niet nadat ze geplukt zijn en zonder zorgvuldig de verhoudingen te bepalen. Nee, in de wijngaard zelf staan diverse druivenrassen al door elkaar heen aangeplant en de hele wijngaard wordt in één keer geoogst, waarbij alle rassen dus bij elkaar geperst en vergist worden. Vroeger zal het echt een allegaartje geweest zijn terwijl vandaag de dag de wijnboer waarschijnlijk wel zal weten welke druivenrassen er in zijn wijngaard staan en ook in welke hoeveelheden. Vooral in het wijndistrict in en rondom Wenen wordt deze methode nog gehanteerd. Een andere constatering van vandaag was er eentje die het voor mij alleen nog maar moeilijker zal maken om typische kenmerken van druivenrassen te proeven.
Het feit dat twee wijnen van hetzelfde druivenras, totaal verschillend kunnen zijn. Voor mij houdt dat in dat ik misschien wel iets minder kritisch zal moeten zijn wanneer ik voor mezelf weer eens een mini-proeverij hou met maximaal vier wijnen. In plaats van ze te vergelijken en tot een waarde-oordeel te komen aan de hand van de plek waarop de wijn "eindigt", zal ik ze toch weer meer individueel moeten gaan beoordelen. Dat bleek bij de twee grüner veltliners die we met elkaar vergeleken. Twee totaal verschillende wijnen in evenzo verschillende prijsklassen. Later vergeleken we twee rode wijnen van de St. Laurent druif met elkaar. Ook hier weer moeilijk om één gemene deler te vinden. Opvallend vond ik wel dat de oudste van de twee, de Ebner-Ebenauer "Alte Reben" uit 2007, fruitiger overkwam in mijn beleving dan de Grassl Classic, die van 2009 was. Misschien dat het overmatige gebruik van houtopvoeding hierbij parten heeft gespeeld. Ondanks dat ik zelf nog steeds bezig ben voornamelijk mono-cépage wijnen te ontdekken, was de verrassing van vandaag voor mij de KRUG Cuvée "Kreuzweingarten" 2009 uit het wijngebied Thermenregion. Een blend van de twee inheemse en bijna vergeten druivenrassen rotgipfler en zierfandler, in ongeveer de verhoudingen 50-50 gemengd. Ik had opgeschreven dat er behoorlijk wat zoet in zat, maar dat er toch een mooie balans was met het ook aanwezige frisse zuur. Een filmende wijn, eentje die de binnenkant van je mond volledig inpakt. Waarschijnlijk goed geschikt voor bij harde, oude kazen, had ik opgeschreven. Ook de zoete wijnen op het eind, een spätlese met subtiele botrytis en een eiswein, waren een stuk beter in balans dan de zoete perziksapsiroop die ik wel eens heb geproefd, waarbij de prijs van €9,75 voor de Markus Altenburger Auslese suß 2009 heel erg meevalt. Zestien mensen hadden zich voor deze workshop opgegeven, welke door Erwin Blezer van Good Grapes werd gegeven. Bezoek zijn site en meld je aan voor de nieuwsbrief om op de hoogte te kunnen blijven voor wat betreft zijn workshops. Ik heb er "lekkere" dingen mogen proeven en weer genoeg kunnen leren.