22 mei 2020

De Wijnacademie: de opleiding tot vinoloog



Thuis opgroeiend was er een hoogtepunt in de week. Elke woensdag aten we nasi. Dat was het enige moment dat mijn zus en ik, beide minderjarig, een paar slokken pils in ons glas kregen. Ik weet nog goed dat ik daar altijd naar uit keek. Later, we spreken de jaren tachtig, stond er wel eens een uitnodigend glas Sherry op tafel me aan te staren. Het tijdperk van de Margriet- en Libellelezende huismoeders. Ook daar mocht ik, met toestemming, wel eens een slokje uit proeven. Daarna is het qua alcoholconsumptie eigenlijk heel lang heel stil gebleven. Tot aan het begin van de jaren negentig was ik geen uitgaanstype en mijn vrienden dronken ook niet. Het was in 1989 dat ik tijdens de militaire dienstplicht m'n eerste biertje nam, pils. Eerder uit gierigheid dan uit lust. Op de zogeheten 'beercalls' op de vliegbasis na het werk waren de biertjes gratis en voor de frisdrank moest betaald worden. Daar begon het en het zou nooit meer goed komen... Jarenlang was het pilsje mijn standaard drankje na het werk en in het weekend. Gek genoeg dan weer niet wanneer ik ging stappen, ik ging met de auto en was nog steeds een vrek. Entreegeld, tien tot vijftien gulden, een gulden voor de kapstok, vijf gulden voor twee colaatjes op de hele avond, twee gulden voor twee WC-bezoekjes en vier gulden voor de portiers. Regelmatig kostte een dansavond van 23:00 tot 07:00 uur me zo'n vijfentwintig gulden, het dubbele wanneer er ook nog een after-party ergens was.

In 2008 werd er een nieuw persoon geïntroduceerd tot mijn vriendenkring, hij was vinoloog, nog nooit eerder van gehoord. Tijdens ons jaarlijkse uitje in het Pinksterweekend nam hij de wijnen voor zijn rekening als aanvulling op de kratjes bier die werden ingeslagen. Mijn smaakpalet was vanaf kind-zijn inmiddels verfijnd door de jaren heen; de gruwelen van weleer als witlof, spruitjes, zwarte koffie, voornamelijk bitters dus, had ik geaccepteerd en redelijk leren waarderen. Ik was klaar voor een nieuwe stap al was het voornamelijk het enthousiasme en het elan van Rob die de materie in eerste instantie interessant maakte. Ik wilde er meer over weten, meer proeven. Ik ging naar heel veel grote proeverijen en Googelde naar wijnopleidingen. Uiteraard kwam daarbij ook de Wijnacademie in beeld maar daar kon je pas heen als je een bepaald voortraject had doorlopen. Er waren verschillende gradaties, toen SWEN geheten, nu SDEN. De laatste opstap tot de toelating naar de Wijnacademie was een cursus van acht avonden en werd afgerond met een examen. Je diploma, het Wijnbrevet, was het toegangskaartje tot de opleiding aan de Wijnacademie. In die tijd kon je ook nog uitgeloot worden omdat het een hele populaire opleiding was waar meer aanmeldingen voor waren dan beschikbare plekken. Daarbij werd er ook nog gekeken of je de opleiding voor je beroep nodig had of dat je een hobbyist was. Ik was dus uitermate verrukt dat ik als hobbyist mocht aanvangen in het schooljaar 2011/2012.

Een pittige opleiding, veel theorie, veel proeven. De realiteit: hoe meer je weet hoe meer je beseft wat je niet weet. Denk je in het begin nog stellig te zijn dat je een wijn van de chardonnay-druif proeft, kan dat later in de opleiding een enorme diversiteit aan andere druiven zijn. Alle smaakindrukken opslaan in je geheugen maar ook reduceren en deduceren om er achter te komen waar de wijn vandaan komt die in je glas zit en van welke druif/druiven hij gemaakt is. Het vormen van proefgroepjes om elkaar scherp te houden door "vreemde" wijnen te laten proeven. De wijnen uit Oost-Europa kwamen toen net opzetten gemaakt van allerlei onbekende inheemse druivenrassen. Weer meer mogelijkheden om twijfel te doen zaaien wanneer het op het proef-examen aankomt. Daar moet je twaalf wijnen proeven en er vragen over beantwoorden. Dan ook nog drie theorie-modules. Vier onderdelen die allemaal met een voldoende moeten worden afgerond om uiteindelijk je diploma in ontvangst te mogen nemen. Gelukkig mag je een aantal keer de mist in gaan en heb je een paar jaar om alles te halen zodat je niet de hele opleiding opnieuw hoeft aan te vangen. Het proef-examen haalde ik zelf pas bij de derde poging. Ik slaagde in 2013. Ik mocht mijzelf Vinoloog van de Wijnacademie noemen.


Net als bij autorijden begint daarna de ervaring. Op elke vakantie zoeken naar wijnen die je nog niet "gehad" hebt. Met meer kennis de wijnetiketten kunnen ontcijferen. Nog meer proeverijen bezoeken. Vervolgcursussen om je opgedane kennis te verdiepen. Plotseling was mijn smaakpalet nog verfijnder geworden, of liever, de bewustwording ervan. Van koffie met melk en suiker overgaan naar espresso zonder suiker, spruiten en witlof heerlijk vinden. De opkomst van het speciaalbier wakkerde ook mijn interesse daarin weer aan. Ik ging nu zelfs "biertjes" ontleden zoals ik dat op de Wijnacademie met wijn deed. Bij wijn hoort spijs en soms zijn daar briljante combinaties in te maken. Weer een cursus. Experimenteren met kruiden, verschillende kook- en braadtechnieken. Thee. Water. IJs. Biologisch. Vegetarisch. Verfijnd dineren. Alles met smaak boeit me nu. Dat is een direct gevolg van de uitbreiding van mijn kennis op dat gebied. Eten en drinken is zoveel leuker wanneer je weet wat je eet en drinkt. Waarom het smaakt zoals het smaakt. Mijn honger en dorst zijn gelukkig nog lang niet gestild en het enthousiasme van de vinoloog waarmee het allemaal begon zit nu ook in mij. Daarbij is de opleiding tot Vinoloog aan de Wijnacademie cruciaal geweest. Normaal gesproken komen alleen wijnen in de rubriek "aanrader" maar dit keer komt de Wijnacademie er ook bij.