10 augustus 2012

Themaproeverij: Kaapse puntje puntje puntje


Bulkwijn, in het Frans 'vin en vrac', wordt per container vervoerd. In het land van bestemming wordt deze gebotteld. De reden hiervoor laat zich makkelijk raden: het drukt de kosten. Vijfentwintigduizend liter wijn in flessen weegt zwaarder dan diezelfde hoeveelheid in één container. Het is big business. Er zijn zelfs bulkwijn beurzen. Zolang er een markt voor is, zal bulkwijn blijven bestaan, al was het maar als manier om van bijvoorbeeld overproductie af te komen. Zuid-Afrika is een grote exporteur van bulkwijn. En zelfs voor bulkwijn gelden minimale kwaliteitseisen. Zo ook in Zuid-Afrika waar geen enkele WO (Wine of Origin) het land verlaat voordat er een organoleptische en analytische beoordeling heeft plaatsgevonden. Wanneer de wijn in Zuid-Afrika zelf wordt gebotteld zit er een zegel van de 'Wine and Spirit Board' op de flessenhals. Van de vijf wijnen die ik vandaag vergelijk hebben er twee zo'n zegel; de Kaapse Hoop en de Kaapse Roos. Dat zie je dan ook gelijk in de prijs: 4 en 5 euro terwijl de rest niet boven de 3 euro uitkomt. Ze komen alle vijf van de WO Wes-Kaap. Dat je, 'zelfs' voor de fles van 5 euro, geen terroir-wijn kunt verwachten, moge duidelijk zijn. De Kaapse Pracht wordt in Duitsland gebotteld bij Andreas Oster, de Kaapse Draai en Kaapse Hof worden in Nederland gebotteld door B/0346, ik weet verder niet wie of waar dat is, maar ze werden geïmporteerd door Huinck & Co BV, in december 2011 grotendeels overgenomen door Groupe LFE. In het kader van het hoofdstuk 'Zuid-Afrika' ga ik deze vijf wijnen vandaag in één blog bespreken.

Kaapse Pracht 2011
Een blend van de druivenrassen cinsault en pinotage, alcohol is 12,5%. Een heldere, hele lichte felrode kleur, vergelijkbaar met die van een spätburgunder. En zo ruikt hij zelfs een beetje; aardbei, licht kruidig. In de mond fruitig maar heel dun, het is voornamelijk een walm alcohol die in mijn mondholte blijft hangen. Hij mist absoluut 'body' maar op zich nog niet eens zo slecht gemaakt.



Kaapse Hof 2011
'Classic Cape Red' staat er op het etiket, ik neem dus aan een blend van verschillende druivenrassen, alcohol is 12%. De kleur is vrijwel hetzelfde als die van de 'Pracht', zij het een klein tintje donkerder. Deze wijn stinkt op de stille spiegel. Naar natte zwembroek die twee weken in een sporttas heeft gelegen. Na het walsen wordt het iets beter, maar het wordt niet duidelijk wat ik precies ruik. In de mond ook weer dun, minder fruitig dan de 'Pracht'. Een beetje 'milky', zuivelachtig. Ook weer licht kruidig, beetje bloedsinaasappel. Ook geen body en iets minder smakelijk dan de 'Pracht'.

Kaapse Draai 2011
Zelfde bottelaar en importeur als de 'Hof', zelfde schroefdop en capsule zelfs, misschien ook dezelfde inhoud? Druivenrassen cinsault en cabernet sauvignon, alcohol is 13%. De kleur is iets jonger, zelfde kleurintensiteit maar een tintje magenta zit erbij. Ja hoor, op de stille spiegel weer die zwembroek, na het walsen wat fruitiger: framboos, aardbei. Minder kruidig dit keer. Zou het dan toch een andere wijn zijn? In de mond ook een stuk fruitiger, maar nog steeds dun. Ik heb het overigens bij geen van de wijnen nog over tannines gehad, maar dat komt omdat die er vrijwel niet in zitten, ook bij deze niet. Weer een alcoholische walm in m'n mondholte, voor de rest weer dun en zonder body. In deze wijn zijn er overigens al wat meer zuren aanwezig dan bij de vorige twee.

Kaapse Roos 2011
De eerste van de twee wijnen die in Zuid-Afrika zelf zijn gebotteld. Op dit etiket ook weer geen vermelding van de gebruikte druivenrassen, alcohol is 13,5%. Deze is een stuk donkerder van kleur, helder donkerrood tot magenta. Kruidig in de neus, zowel voor als na het walsen. Ook kruidig qua smaak, maar wat gelijk opvalt is dat deze veel meer body heeft dan de voorgaande drie wijnen. Het van Nieuwe Wereld wijnen bekende kleine zoetje, mooie zuren, een bittertje. Smaken van kersen, een beetje pruim, tabak, pure chocola, leer. Helemaal geen straf om deze wijn door te slikken, wat ik met de voorgaande drie niet heb gedaan. Er zijn zelfs wat tannines aanwezig, 2 uit 5. Vooral het kruidje blijft redelijk lang in de keelholte hangen. Tot nu toe de beste uit de test. Het was ook tevens de 'duurste', €4,99.

Kaapse Hoop 2010
Drie redenen waarom ik deze 'Hoop' als laatste heb uitgekozen: het is de enige mono-cépagewijn uit de test, voor zover ik dat heb kunnen nagaan, het is de enige uit 2010, daar waar de andere allemaal uit 2011 kwamen, én hij heeft het hoogste alcoholpercentage: 14%. Na pinot noir staat cabernet sauvignon bij mij op de tweede plek voor wat betreft meest geliefde blauwe druif. Eens kijken of deze wijn mijn verwachting kan waarmaken. In het glas ook alweer diezelfde kleur en kleurdiepte als bij de 'Roos'. Op de stille spiegel een beetje tegenvallend, iets van potgrond. Na het walsen wordt het wat fruitiger, maar iets te fruitig naar mijn smaak en verwachting. Geen tonen van bijvoorbeeld cederhout, wat karakteristiek is voor cabernet sauvignon. Een zacht mondgevoel, vrij hoge zuurgraad echter, ook weer nauwelijks tannines. Vers rood fruit, rode bessen voornamelijk, klein bittertje in de afdronk. Ook weer redelijk alcoholisch in de mondholte, vrij scherp dit keer. Ook weer te dun naar mijn smaak en zelfs niet goed in balans.

Concluderend kan ik stellen dat ik de 'duurste' van deze vijf wijnen tevens de 'lekkerste' vind, de Kaapse Roos dus. Ondanks het gebrek aan informatie op het etiket voor wat betreft de gebruikte druivenrassen, is dit de meest complete wijn van de vijf. Goed in balans, mooie smaken, redelijk vol. Een goed visitekaartje voor de stijl van de Nieuwe Wereld en voor Zuid-Afrika in het bijzonder. Te koop bij de PLUS.