24 oktober 2011

Wijnacademie Vinologenopleiding: Les 5

In de ochtendsessie van Frank vandaag aperitieven en dessertwijnen. Dat suggereert dat je deze voor het eten of na het eten moet drinken, maar wat mij betreft mag je ze de hele dag door opentrekken en drinken. Ik ben een zoetekauw, dus deze les was weer helemaal aan mij besteed. Met zoetekauw bedoel ik dan wel de échte zoeke meuk, want een moelleux gaat er bij mij dan weer niet in. Da's veel te flauw. Bij mij is het zwart of wit, zoet of droog, niets daar tussenin AUB. We kregen acht verschillende wijnen voorgeschoteld waarbij je aan de kleur van enkele al iets kon afleiden. Wanneer er een glas voor je staat met een amber-kleurige wijn erin, weet je dat dit geen standaard droge witte of rode wijn zal zijn. Maar er stond er dan ook weer eentje tussen die op het eerste gezicht een rode wijn had kunnen zijn, maar dit bleek een ruby port te zijn. Van de acht wijnen had ik er zes goed, of althans in de buurt. En met in de buurt bedoel ik dat ik wel de soort wijn goed had, maar soms de verkeerde geografische oorsprong had genoteerd. Degene die ik helemaal fout had waren de sherry's.

Ik had nog slechts één referentie voor wat betreft een fino (sherry met flor) en die zag ik aan voor een oloroso (sherry zonder flor). Ook dacht ik ontegenzeggelijk een PX sherry te proeven, ook de kleur was in mijn ogen hetzelfde, maar dit bleek dan weer een 30 jaar oude oloroso dulce te zijn. Dus op m'n to-do-list "meer sherry's proeven" gezet. Helemaal geen straf hoor! Na de lunch kregen we les van Lars Daniëls, één van de drie Magister Vini's van Nederland. Binnenkort komen er weer twee bij, alleen hun scripties moeten nog worden beoordeeld. Duimen voor Udo en Ibert dus. Ik vind het een mooie titel: Magister Vini. Alsof je lid bent van een geheim genootschap, de associatie met slot Zweinstein en Harry Potter komt dan bij me opzetten. Lars had ook zijn eigen toverstaf meegenomen: hij kon met z'n telefoon de laptop bedienen! Hierop stond de powerpoint presentatie van de gebieden van vandaag: Zwitserland, Jura, Savoie en Rhône. Van de eerste drie moet ik ook weer veel meer proeven, er komen aparte en unieke wijnen vandaan. De voorgeschotelde wijnen had ik qua proefnotitie wel goed omschreven, maar gevraagd naar het soort wijn of het druivenras moest ik hem echt het antwoord schuldig blijven.

Poulsard, petite arvine en savagnin om er maar enkele te noemen. Die zie je niet in de supermarkt! Wat je daar wel kunt vinden zijn wijnen uit het Rhône gebied. Dat gebied kun je verdelen in twee sub-gebieden: noord en zuid. In het noorden domineert de syrah druif met klinkende namen als Côte-Rôtie, St.-Joseph, Crozes-Hermitage, Hermitage en Cornas. De viognier druif in dit gebied wordt natuurlijk vertegenwoordigd door Condrieu. Wanneer we het over Zuid-Rhône hebben, rollen de namen Lirac, Tavel, Rasteau, Gigondas, Vacqueyras en natuurlijk Châteauneuf-du-Pape over de tong. Hier regeert de grenache druif, maar veelal in de blend met andere vriendjes. Hier kan ik terecht voor mijn favoriete blend GSM (grenache, syrah, mourvèdre). Wijnen waarin een bepaalde zwoelte zit en vaak iets dropperigs. Toevallig kregen we zelfs een wijn te proeven die daadwerkelijk uit de supermarkt kwam: de Esprit du Rhône Chusclan Côtes du Rhône Villages, een wijn van de C1000 die ik hier al eerder heb beschreven. Net als Gert Crum liep Lars vandaag ook uit, spijtig voor diegenen die echt weg moesten maar het lekkerst wordt meestal tot het laatst bewaard dus zij misten de mooi uitgebalanceerde en complexe Châteauneuf-du-Pape uit 2005. Kleine bespeuring al van ouderdom, de grenache druif in dit zonovergoten gebied oxideert sneller dan de syrah in het koelere noorden, maar na flink walsen en rusten ontdeed deze wijn zich van zijn verschillende laagjes. Een mooie afsluiter.