17 oktober 2011

Proefgroep regio Utrecht #3: Masterclass Perrin/Château de Beaucastel bij Sauter Wijnen

Vandaag kwam Matthieu Perrin langs bij Sauter Wijnen in Bussum om een masterclass te geven over de wijnen van de familie Perrin en Château de Beaucastel. Een selectie van proefgroep regio Utrecht was hierbij komen opdraven. De familie Perrin is sinds 1909 eigenaar van het Château, maar het bestaat al sinds 1664, de tijd dat koning Louis XIV er nog regelmatig op bezoek kwam om te jagen. Koning Louis was katholiek en de kasteelheer van weleer was protestant en dat zinde de koning geenszins. Met enige nadruk verzocht hij hem dan ook om zich te bekeren tot het katholicisme. Mr. Beaucastel was een slim man die zijn koppie erbij hield en schikte in. Dat was geen onverstandig besluit. Hij mocht zijn landgoed en landerijen behouden, alsmede zijn hoofd. Matthieu is inmiddels van de vijfde generatie wijnbouwers van de familie Perrin op het Château. Bekijk vooral ook even het filmpje op YouTube, het geeft een heel mooi beeld. Deze korte film kregen wij ook op de avond te zien. Onze proefgroep was niet de enige aanwezige overigens. Die avond zat de winkel in Bussum vol met particulieren, veelal klanten van Sauter Wijnen. Ik schat dat er zo'n vijftig man acte de présence gaf.
Een prachtige winkel overigens met een enorm aanbod aan mooie wijnen. Van Perrin/Beaucastel kregen we in totaal 18 wijnen te proeven. Perrin zelf staat pas sinds 25 jaar op het label en de wijnen worden gemaakt van druiven van percelen, 200 hectare in totaal, allemaal in eigendom of pacht; niet van andere wijnboeren dus. De wijnen waar Beaucastel op staat komen van percelen die bij het Château horen. Die beslaan in totaal 100 hectare. De druiven worden al sinds 1964 allemaal op biologische manier geteeld maar men loopt hier niet mee te koop. Men vindt het vanzelfsprekend en hecht geen waarde aan het pontificaal vermelden van dit feit op de etiketten. Uiteraard zitten ze in de business om geld te verdienen en op één wijn is het wel vermeld, maar eigenlijk meer om aan de wens van de milieubewuste consument tegemoet te komen. Die gaat zich niet verdiepen in de historie van een bedrijf alvorens een fles wijn van de plank af te pakken. Die wil in één oogopslag onderscheid zien tussen biologische wijnen en de rest, vandaar deze commerciële knieval. Deze wijn kreeg de naam "Nature".

Men is er zich overigens terdege van bewust dat het overschakelen van traditioneel naar biologisch niet zomaar gaat. Al heel lang heeft men met chemicaliën gewerkt en dit verdwijnt niet van de één op andere dag uit de natuur. De huidige generatie doet dit dan ook niet voor zichzelf, niet voor hun kinderen, maar voor hun kleinkinderen, opdat zij de (biologische) vruchten hiervan kunnen plukken. De wijnen die we vanavond te proeven kregen, 4 wit, 1 rosé, 12 rood en 1 witte dessertwijn, waren allemaal loepzuiver, kwalitatief hoogstaand maar bovenal heerlijk. Bij de witte was het veelal de marsanne die voor het fruit zorgde, grenache blanc voor de frisheid en de rousanne voor de complexiteit. Van de rousanne hebben ze ook een mono-cépage wijn, je ziet ze niet zo vaak, maar bij Château de Beaucastel zijn ze er verliefd op! Bij het rood is daar de grenache noir voor de fruitigheid, de syrah voor de kruidigheid en frisheid en de mourvèdre voor de structuur en ruggengraat. Veel van hun wijnen bestaan uit de druivenrassen grenache noir en syrah. De druiven worden geteeld op terroir dat het meest geschikt is voor die specifieke druif. Sommige oude stokken hebben zelfs de phylloxera ramp van 1883 weerstaan. Het sap van de verschillende druiven wordt apart vergist voordat de blend wordt samengesteld. Die samenstelling is een complete familieaangelegenheid. Iedereen proeft mee en er wordt wat afgekibbeld. Dat men er samen toch altijd weer uitkomt blijkt uit de wijnen. Het paradepaardje is toch wel hun Châteauneuf-du-Pape.
In totaal zijn er voor deze appellation 13 verschillende druivenrassen toegestaan, rood en wit samen, en Perrin gebruikt ze dan ook alle 13! En alle 13 goed! Volgens mij zit daar wel een leuke slogan in... We proefden hiervan een 2006 en een 1998. De meningen waren verdeeld maar voor mij was de 1998 de topper. Zo geconcentreerd, toch nog zo fris, nog een mond vol tannines, met andere woorden: hij kan nog best even liggen. Jammige smaken van voornamelijk krenten. Een ware symfonie van de 13 druivenrassen bij elkaar: mourvèdre, grenache noir, syrah, counoise, cinsault, vaccarèse, terret noir, muscardin, clairette, picpoul, picardan (of picardin), bourboulenc en rousanne. We sloten af met een heerlijke muscat Beaumes-de-Venise, waarbij de smaken van ananas, honing, peer en meloen mijn mond vulden. Niet dik stroperig, maar voldoende fris. Prijzen van deze wijnen vallen reuze mee afgezet tegen de kwaliteit die je ervoor krijgt met als uitschieter de wijn van 1998 die meer dan 100 euro moet kosten. Gezien het feit dat die al uitverkocht was, een productie van slechts 2000 flessen, demonstreert wel dat men dat er graag voor over heeft. Ik heb me kunnen inhouden, maar het kostte me enigszins moeite.